De bel gaat, ik sjok naar de deur en doe open. Voor mij staat een Nightmare Hippie Girl. Stinkhaar met dreads, paarse jas, rode fluwelen broek met wijde pijpen. Ze kijkt kwaad, zeker voor zo’n lelijke kuthippie, en zegt dat ze “dat krat bier terug wil”. Ik weet niet waar ze het over heeft en ram de deur dicht. Ze belt gelijk weer aan. Ik open de deur en schreeuw zo hard ik kan “DONDER OP” en knal de deur nog harder dicht. Ze belt niet nog eens aan. Ik mompel “whatever” en ga terug naar mijn kamer om de boel op te ruimen. De mij onbekende slapende gast is wakker geworden en loopt zonder iets te zeggen naar de voordeur en vertrekt. De telefoon gaat. Ik neem op en leg neer. Neem nog eens op en leg de hoorn naast het toestel. Tering hekel aan gebeld worden en helemaal als ik een kater heb en me thirsty and miserable voel. In de supermarkt loop ik doelloos rond. Mijn kar gevuld met 12 flessen frisdrank, een doos gele vla, een pak vruchtendrank en een sixpack Amstel Gold vraag ik mij af wat ik vergeet.
Eten. Het is zaterdag en ik moet voor zaterdag en zondag eten in huis halen. Maar ik moet niet aan eten denken. Ik heb dorst, enorme dorst. Raar dat als je de dag ervoor veel gezopen hebt je de volgende dag enorme dorst hebt. Ik koop een brood en drie blikjes leverpastei. Daar kom ik het weekend wel mee door denk ik. Dan loop ik met een bonkende en bezwete kop naar de kassa. Met in mijn kielzog de bedrijfsleider die mij in de gaten is blijven houden vanaf het moment dat ik de winkel binnen kwam. Ik reken af en slobber het pak vruchtensap leeg. Daarna strompel ik naar huis. Ik heb de hik. Als ik thuis kom staat Lot voor de deur. Met haar ramptoeristenblik vraagt ze me waarom ik zo naar tegen “Melanie” heb gedaan. Melanie blijkt het zeikwijf in hippie gedaante te zijn die voor mijn deur om een mij onbekend krat bier stond te zeuren. Lot vertelt dat we de vorige nacht, toen het in de kroeg tegen sluitingstijd liep, met iemand mee waren gegaan die nog een feestje wist. Lot drinkt niet dus die weet alles piekfijn uit de doeken te doen. Iemand uit ons gezelschap had een pak vla uit de koelkast gehaald, was naar buiten gelopen en had het raam met vla besmeurd. “Ikke?” vraag ik lichtelijk besmuikt. “Nee, jij niet” zegt ze met een verveelde blik in haar ogen. Toen waren we van dat feest gestuurd en had iemand anders uit ons gezelschap een krat bier van dat feestje vandaan mee genomen en waren we naar mijn huis gegaan. Het komt mij allemaal niet eens een beetje vaag bekend voor. Ik vertel Lot dat ze maar tegen die hippievriendin van haar moet zeggen dat ik haar krat bier niet mee heb genomen en dat ze maar naar degene moet gaan die het krat bier naar mijn huis gesjouwt heeft. In plaats van gewoon op te rotten gaat Lot op mijn bank zitten nadat ze haar U2 cd op heeft gezet. Ik heb niks met U2, maar Achtung Baby vind ik wel okay. Maar nu even niet. Ik voel me te misselijk om er iets van te zeggen. Ik loop naar de achterdeur en kijk naar buiten. Ik schrik van het zwartgeblakerde slagveld waarin mijn achtertuin verandert is. Ik loop naar buiten om de schade te monsteren. Er ligt een uitgebrande winkelkar in mijn achtertuin waarin onder andere een gesmolten krat van de firma Heineken ligt. Op het gras ligt een dikke laag zwarte blubber van nat geregende afgebrande kranten. “Ha, we hebben dus ook nog ook nog fikje gestookt” denk ik blij. Ik zie echter ook dat het houten schuurtje van de buurman grenzend aan de kant van mijn tuin ook zwartgeblakerd is. Ik vloek en krijg de buurman in het vizier en vlucht naar binnen. Daar zie ik dat Lot Nightmare Hippie Girl Melanie binnen heeft gelaten.
Hahaha....
BeantwoordenVerwijderenEen open einde, dus deel 3 laat maar komme....!