woensdag 8 mei 2013

Steenkolen Engels

de neutronenbommensticker
Wij Nederlanders staan, vooral volgens onszelf, in het buitenland bekend om onze uitmuntende talenkennis. Hoewel je dat steenkolenengels (‘Senk joe ferry muts, hè!’) en dat verduitste Nederlands uit duizenden herkent, kunnen we ons in die twee talen inderdaad aardig redden. En daar houdt het voor de meesten wel op. Een enkeling spreekt nog een woordje Frans of Spaans, maar in het Zweeds komen we bijvoorbeeld niet veel verder dan het flauwe ‘knäckebröd’.

Het Nederlands kent ook een paar van die ‘knäckebröds’: woorden of korte zinnen die kenmerkend zijn voor onze taal en/of onze cultuur en daarom wereldwijd bekend zijn. ‘Allemachtig prachtig tachtig’ is grappig vanwege die vele g-klanken, met ‘kijken, niet kopen’ vatten gefrustreerde straatverkopers onze volksaard treffend samen en ‘gezellig’ en ‘lekker’ zijn leuk omdat een adequate vertaling niet bestaat. Maar ons bekendste ‘knäckebröd’ is het belachelijke zinnetje ‘neuken in de keuken’, dat tot het standaardvocabulaire van de halve wereldbevolking is gaan behoren – een prestatie waar onze eeuwenlange Christelijke zendingsmachine een puntje aan kan zuigen. En dat zonder budget.

Het is niet moeilijk te begrijpen waarom het zinnetje zo goed aanslaat. Het rijmt, het heeft een eu-klank die in veel talen niet voorkomt en het heeft met seks te maken. Maar inhoudelijk raakt het kant noch wal. Nederlanders hebben niet aanzienlijk vaker seks in de keuken dan andere volken. We maken er vooral ons eten klaar, vaker boerenkool dan oesters.

Van een Chinese jongen leerde ik ooit drie woorden Chinees: Chang Chang Chang. Het betekent, als ik het me goed herinner, vijf zakken kleding. Prachtig toch? Waarom moet het bij ons dan zo vulgair en kinderachtig? Waarom zeggen buitenlanders niet ‘mijn klompen zijn gekrompen’ of ‘ik teken tulpen met mijn vulpen’? Er moet iemand zijn die ‘neuken in de keuken’ heeft bedacht en het vervolgens moedwillig de wereld in heeft gestuurd. Een zoektocht naar de dader levert op internet vooral heel veel seksfilmpjes op (vandaar dat deze post een maand later af is dan gepland), en het enige wat we na bestudering van enkele tientallen nationale en internationale reisblogs kunnen concluderen is dat het aantal Nederlanders dat de zin van buitenlanders leert groter lijkt dan andersom. Je kan veel van Nederlandse backpackers zeggen (dat ze stinken bijvoorbeeld), maar de huidige generatie lijkt niet verantwoordelijk te zijn voor de verspreiding van die verderfelijke zin.

Wie dan wel? Op een donderdagavond in een drukke kroeg komt het antwoord van een mooi blond meisje met wie ik wel iets zou willen ondernemen, al dan niet in de keuken. Ik spreek haar aan en zij stelt zich voor: ‘Joke’. Terwijl ze tegen me praat vergeet ik mijn intenties. Mijn gedachten dwalen af. Hoe ging dat liedje ook alweer?

"Joke, stop toch met koken / kom uit die keuken, mijn lieve Joke / stop toch met koken, kom uit de keuken / want ik wil gezellig samen met je neu… -tronenbommenstickers op mijn nieuwe tas gaan plakken"

Eind 1983 scoorde one-hit wonder De Leidse Sleutelgaten een hit met deze single. Het gezelschap stond onder leiding van Jan Vollaard, die later furore maakte als popjournalist voor onder meer OOR en NRC. Is deze Jan Vollaard dus de schuldige? Hij heeft de schijn tegen zich, maar laten we niet te snel oordelen. Wordt dus misschien vervolgd (deze post, niet Jan Vollaard – zó erg is het nu ook weer niet).

met populaire wetenschappelijke groet, uw Buur!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten